Brede welvaart heeft ethische blik nodig
Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 13 en 14 oktober 2022, Utrecht
More Info
expand_more
Abstract
Brede welvaart betekent breder naar vooruitgang kijken dan in termen van economische groei of – in het mobiliteitsdomein – capaciteitsknelpunten alleen. De behoefte aan een brede welvaart benadering resoneert in toenemende mate bij professionals, beleidsmakers en politici. Het oude verhaal is als een jas die om meerdere redenen steeds minder goed past. Maar er moet tegelijkertijd nog een grote slag worden gemaakt om een nieuw breed-welvaartsverhaal zinvol toe te kunnen passen. Het kiezen van een set indicatoren is een eerste stap, die erkent dat het streven naar brede welvaart of ‘het goede leven’ niet eendimensionaal kan zijn. In dit artikel bepleiten wij dat het echter niet de laatste stap kan zijn. Sturen op brede welvaart vraagt ook om uitspraken over hoe hoog of laag de scores op indicatoren mogen zijn en om informatie die helpt bij het maken van afwegingen. Want er zullen altijd dilemma’s zijn, al is het maar omdat in mobiliteitsbeleid sneller of makkelijker reizen voor de één vrijwel altijd samengaat met meer emissies, meer hinder, minder bereikbaarheid of minder veiligheid voor de ander. De vraag hoe dergelijke afwegingen te rechtvaardigen zijn is een belangrijke om te stellen. Om het brede welvaart debat verder te brengen moeten we daarom terug naar de basis. Wat zijn ook alweer de filosofische perspectieven op het goede leven en ‘doing the right thing’? Aan de hand van de drie klassieke normatief ethische stromingen – te weten het utilitarisme, de deontologie en de deugdenethiek – bespreken we verschillende antwoorden op deze vraag. We laten ook zien hoe verschillende instrumenten om beleidsopties te evalueren voortkomen uit bepaalde ethische stromingen en wat hun tekortkomingen zijn. We beargumenteren dat het nieuw ontwikkelde instrument de Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) de potentie in zich heeft om recht te doen aan alle drie de stromingen en verrijkende inzichten biedt die het brede welvaart debat verder brengen. Om dit te illustreren eindigen we met een voorstel voor een PWE-raadpleging over de invulling van de mobiliteitstransitie. Met de resultaten hiervan kan de politiek kennis nemen van wat Nederlanders denken over de grote strategische keuzen en wat voor hen een toekomstbestendig en rechtvaardig vervoerssysteem is dat de brede welvaart bevordert.