Omgevingsparticipatie vanuit juridisch versus bestuurskundig perpectief

Over wat mag en moet, én wat past en werkt

More Info
expand_more

Abstract

‘Wat moet ik wel en niet doen bij omgevingsparticipatie?’ is een veel gestelde vraag bij gebiedsontwikkeling. Het beantwoorden van die vraag hangt sterk af vanuit welk denkkader participatie wordt gedefinieerd. Met de komst van de nieuwe Omgevingswet wordt er in ruimtelijk Nederland veel beweerd en gespeculeerd over wat omgevingsparticipatie moet inhouden. Niet zelden ontstaat een babylonische spraakverwarring als formeel juridische interpretaties naast bestuurskundige, politicologische of sociaal-comunnicatieve interpretaties van participatie (soms onbewust) door elkaar heen worden gebruikt. In dit hoofdstuk expliciteren we daarom een bestuursrechtelijk naast een breder bestuurskundig perspectief op omgevingsparticipatie. Vanuit juridisch perspectief gaat het in beginsel over de vraag wat er mag en moet. In hoeverre heeft het organiseren van participatie een verplicht of vrijwillig karakter? Wat zijn de rechten van participanten? Daarnaast zijn echter ook andere perpectieven op participatie relevant, die veel meer gaan over wat past en wat werkt. Denk aan vragen als: Wat is passende participatie en voor wie?; Hoe zorgen we dat participatie-inspanningen effectief zijn voor zowel participanten als initiatiefnemers?; Zijn naast de goedkeuring van plannen ook andere uitkomsten een strategisch doel van participatie-inspanningen? […]

Files

9789463150934-11.pdf
(pdf | 1.44 Mb)
- Embargo expired in 10-05-2024
Unknown license