Het doel van dit onderzoek is om leerlingen te
helpen bij het beantwoorden van de vragen ‘Waar moet ik heen?’ en ‘Waar sta ik
nu?’ en gaandeweg factoren ontdekken die leerlingen hierbij belemmeren. De
eerstgenoemde vraag gaat over het deel van het leerproces waarin leerlingen een
compleet beeldmoeten vormen van de eindtermen: leerdoelen en bijbehorende
succescriteria. De andere vraag slaat op het maken van een juiste inschatting
in hoeverre een bepaald leerdoel, inclusief zijn eindtermen, is behaald. Naast
het helpen beantwoorden van deze vragen, wordt belemmerende factoren zijn
voorleerlingen om deze eindtermen te behalen, i.e. gericht op het opschrijven
van een uitwerking geheel in overeenstemming met de succescriteria. In het
geval belemmerende factoren zijn ontdekt, is middels het ontwerpen en uitvoeren
van een klassenactiviteit, ook wel een interventie genoemd, onderzocht of en in
hoeverre leerlingen hiermee geholpen zijn bij het beantwoorden van de twee
eerder genoemde vragen. Zo’n klassenactiviteit beruste meestal sterk op peer
learning. Dit vanwege de invalshoek van het onderzoek die zich richt op wat
peers voor elkaar kunnen betekenen in eerder genoemde fasen van het leerproces.
Hiermee is de onderzoekshoofdvraag uitgekomen op het volgende:
Hoe kan een docent, door gebruik te maken van
peer learning, de mate van inzichtelijkheid en begrijpelijkheid van de
leerdoelen en SC bij leerlingen verhogen, zodoende dat hun geleverde werk in hogere
mate aan SC voldoet en zij beter in staat zijn dit te kunnen beoordelen op
correctheid en volledigheid in vergelijking tot die leerdoelen en SC?
Deze onderzoeksvraag is iteratief beantwoord
volgens de methodologie van een hypothetisch doceer- en leertraject…